Hoe te handelen bij infecties en resistente bacteriën?

Doelgroep
- Verpleegkundigen / verzorgenden
- Huishoudelijk assistenten
- Paramedisch personeel
- Specialisten ouderengeneeskunde
Locatie
- Verpleeghuis
- Verzorgingshuizen
- Woonzorgcentra
- Kleinschalige woonvormen
- Thuiszorg
Benodigde Materialen
- Handendesinfectans (wanddispenser of pompje)
- Handschoenen
- Mondneusmasker
- Filtermondneusmasker
- Beschermende kleding; plastic halterschort
- Beschermende kleding; vochtwerend isolatieschort met lange mouw
Zie protocol Benodigde Materialen
Doel
Het nemen van gerichte isolatiemaatregelen bij cliënten met infecties of (multi-)resistente bacteriën, om verspreiding van de micro-organismen te voorkomen.
Waarom
Basishygiëne maatregelen moeten bij alle cliënten genomen worden.
Bij cliënten met een infectie of een multiresistente bacterie zijn meestal aanvullende isolatiemaatregelen nodig. Deze isolatiemaatregelen zijn erop gericht om verspreiding van ziekmakende of resistente micro-organismen naar andere cliënten of medewerkers te voorkomen. De maatregelen die genomen moeten worden zijn gericht op de verspreidingswegen van het micro-organisme.
De voorgeschreven maatregelen zijn zo beperkt mogelijk gehouden, maar strikt noodzakelijk.
Wanneer
Werkwijze
In het schema is per infectieziekte aangegeven:
(1e kolom) in welke lichaamsvloeistof(fen) het micro-organisme aanwezig is;
(2e kolom) welk protocol gevolgd moet worden (met een directe link naar het protocol);
(3e kolom) hoe lang de maatregelen genomen moeten worden;
(4e kolom) aandachtspunten zoals mogelijke risico´s voor zwangere medewerksters en meldingsplichtige infectieziekten.
Ziekte / Micro-organisme | Lichaamsvloeistof/ bron | Protocol | Duur v.d. maatregelen Aandachtspunten |
---|---|---|---|
Abces, open afvloed | Pus | Contactisolatie | Tot stop pus drainage |
Acinetobacter, multiresistent | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij Acinetobacter en CPE (KPC) | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie. |
AIDS (HIV-drager) | Bloed | Basishygiëne | N.v.t. |
Braken + diarree | Braaksel, feces | Contactisolatie bij diarree | Tot einde braken en diarree. |
Braken + diarree uitbraaksituatie |
Braaksel, feces | Maatregelen bij meerdere gevallen van buikgriep | Meldingsplichtig
Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week. Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of GGD |
"BRMO" (Bijzonder Resistente micro-organismen) | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij BRMO (ESBL, resistente Enterobacterales, resistente Pseudomonas, resistente Stenotrophomonas) | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie. |
Clostridium difficile | Feces | Contactisolatie bij Clostridium | Tot einde diarree (tenminste 48 uur normale ontlasting) |
CoV-2 ( Corona) | Luchtwegen | Druppelisolatie bij COVID | Meldingsplichtig |
CPE (Carbapenemase producerende Enterobacteriaceae) | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij Acinetobacter en CPE (KPC) | Meldingsplichtige Infectieziekten Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie. |
Decubitus | Wond | Basishygiëne | N.v.t. |
Diarree, onbekende verwekker | Feces | Contactisolatie bij diarree | Tot einde diarree of tot uitsluiten infectieuze oorzaak |
Diarree uitbraaksituatie |
Braaksel, feces | Maatregelen bij meerdere gevallen van buikgriep | Meldingsplichtig
Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week. Duur van de maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie, arts-microbioloog of GGD |
EHEC-bacterie (of STEC) | Feces | Contactisolatie bij EHEC | Bij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol. |
Erisypelas (wondroos) | Blaasjes, wondvocht, pus | Contactisolatie | Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie |
ESBL-bacterie | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij ESBL, resistente Enterobacteriaceae, resistente Pseudomonas, resistente Stenotrophomonas | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken en duur isolatie. |
Gordelroos (Herpes Zoster) | (vocht uit) blaasjes | Contactisolatie | Tot de laatste blaasjes zijn ingedroogd.
Mogelijk risico Zwangeren* |
Hepatitis A | Feces | Contactisolatie bij Hepatitis A | Tot 1 week na het ontstaan van de geelzucht. |
Hepatitis B en C | Bloed | Basishygiëne | N.v.t. |
Herpes simplex | (vocht uit) blaasjes | Contactisolatie | Tot korstvorming |
Herpes zoster (gordelroos) | (vocht uit) blaasjes | Contactisolatie | Tot de laatste blaasjes zijn ingedroogd |
Hersenvliesontsteking (meningitis) - meningokok |
Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie |
Hoofdluis (Pediculosis | Haar, kammen, kleding | Maatregelen bij hoofdluis | Tot ontluizing |
Huidinfecties (bacterie, schimmel) | Pus, korsten, blaarvocht, huidschilfers | Basishygiëne | N.v.t. |
Influenza (griep) | Hoestdruppels en handcontact | Druppelisolatie bij influenza | Tot klinisch herstel
** zie opmerking onder tabel |
Invasieve groep A -Streptokokken infectie | LCI richtlijn | Meldingsplichtig | |
Kinkhoest (Pertussis) | Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 5 dagen na start antibiotica. Zonder behandeling; tot 3 weken na begin typische hoestbuien. |
KPC (Carbapenemase producerende Klebsiella pneumonaie) | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij Acinetobacter en CPE (KPC) | Meldingsplichtige Infectieziekten Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over .vervolgkweken en duur isolatie. |
Legionella | Waterdruppels | Geen | N.v.t. |
Luchtweginfectie (anders dan tuberculose, meningokok en COVID-19) | Hoestdruppels | Geen | N.v.t. |
Mazelen | Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 7 dagen na uitbreken huiduitslag.
* Mogelijk risico Zwangeren, zie opmerking onder de tabel |
Meningitis (hersenvliesontsteking) - Meningokok |
Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 24 uur na start therapie |
Mpox | Slijmvliezen en vocht uit huidlaesies | LCI Monkeypox (apenpokken) | Overleg met uw regionale GGD over casuïstiek of mogelijk verdachte gevallen in uw regio. Het nummer is te vinden op www.ggd.nl Meldingsplichtig |
MRSA | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | MRSA isolatieprotocol | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie. |
Multiresistente Acinetobacter | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij Acinetobacter en CPE (KPC) | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie ofarts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie. |
Multiresistentebacterie (anders dan MRSA, ESBL, VRE, Acinetobacter) | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen aangetoond | Maatregelen in overleg met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog | |
Netelroos | Allergische reactie. Geen infectieziekte. |
Geen extra maatregelen | N.v.t. |
Norovirus | Feces, braaksel | Contactisolatie bij diarree | Tot tenminste 48 uur klachtenvrij (geen braken, diarree meer) |
Norovirus uitbraaksituatie |
Feces, braaksel | Maatregelen bij meerdere gevallen van buikgriep | Meldingsplichtig
Vuistregel: Meldingsplichtig bij meer dan 1/5 van de unit of afdeling per week. Of meer dan 1/10 van de locatie of instelling per week. Duur van de maatregelen in overleg met GGD, arts-microbioloog of deskundige infectiepreventie. |
Pertussis (kinkhoest) | Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 5 dagen na start antibiotica. Zonder behandeling; tot 3 weken na begin typische hoestbuien. |
Pneumonie (luchtweginfectie, anders dan meningokok, tuberculose en COVID-19) | Hoestdruppels | Goede hoestdiscipline en goede Handhygiëne | I.g.v penicilline resistente of multiresistente pneumokok overleg met deskundige infectiepreventie over Druppelisolatie met FFP1 masker en beschermende kleding. |
Prikaccident | Gebruikte naald | Wat moet ik doen bij een prikaccident | |
PRP (Penicilline Resistente Pneumokok) | Hoestdruppels, sputum | Druppelisolatie bij PRP | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie ofarts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie |
Pseudomonas (multi-)resistent | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij ESBL, resistente Enterobacteriaceae, resistente Pseudomonas, resistente Stenotrophomonas | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie. |
Resistente Enterobacteriaceae (anders dan CPE, KPC) |
Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij ESBL, resistente Enterobacteriaceae, resistente Pseudomonas, resistente Stenotrophomonas | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie. |
Ringworm | Huid | Contactisolatie | Tot klinisch herstel |
Rode hond (Rubella) | Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 7 dagen na uitbreken huiduitslag
* Mogelijk risico Zwangeren, zie opmerking onder de tabel Meldingsplichtig |
Roodvonk | Hoestdruppels | Druppelisolatie | Tot 24 uur na aanvang van effectieve antibiotica therapie |
RS virus | Hoestdruppels | Goede hoestdiscipline en goede Handhygiëne | |
Salmonella | Feces | Basishygiëne | Meldingsplichtig bij 2 of meer gevallen. Bespreek met deskundige infectiepreventie of melding nodig is. |
Sapovirus | zie richtlijnen NORO virus | ||
Scabiës (scabies, schurft) |
Huidlaesies | Draag tijdens de zorg handschoenen en schort met lange mouw. Scabiës (Schurft) |
Richtlijn Scabiës RIVM Eventueel contactonderzoek starten Meldingsplichtig bij 2 of meer gevallen. |
STEC-bacterie (of EHEC) | Feces | Contactisolatie bij EHEC | Bij verdenking of infectie met EHEC: overleg met een deskundige infectiepreventie over toepassing van het protocol. Meldingsplichtig |
Stenotrophomonas (multi-)resistent | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij ESBL, resistente Enterobacteriaceae, resistente Pseudomonas, resistente Stenotrophomonas | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie ofarts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie |
Toxoplasmose | N.v.t. (niet van mens op mens) |
Geen | N.v.t. |
Tuberculose (open) | Aërosolen (zeer kleine hoestdruppels) | Aërogene isolatie(isolatiekamer met negatieve druk in de sluis) | In overleg met afdeling Tuberculosebestrijding, GGD |
Voetschimmel | Besmette vloeren van bad- en doucheruimten | Cliëntgebonden schoeisel (slippers) dragen | N.v.t. |
Urineweginfectie (geen MRSA, ESBL of multiresistente bacterie) | Urine | Basishygiëne | N.v.t. |
VRE-bacterie | Bacterie kan in één of meerdere lichaamsvloeistoffen worden aangetoond | Contactisolatie bij VRE | Behandelend arts maakt afspraken met deskundige infectiepreventie of arts-microbioloog over vervolgkweken bij cliënt en duur isolatie |
Wondroos (erysipelas) | Blaasjes, wondvocht, pus | Contactisolatie | Tot 24 uur na aanvang van effectieve therapie |
* "Mogelijk risico zwangeren"
Bij cliënten met deze infectieziekten worden zwangere medewerksters alleen ingezet, indien;
- zij zijn gevaccineerd (Rubella, Mazelen), of
- zij de genoemde infectieziekten hebben doorgemaakt (Waterpokken /gordelroos).
** Influenza (griep)
Verantwoordelijkheden
Zie ook : Voorbeeld verantwoordelijkheden zelfsturende teams
Specialist ouderengeneeskunde / behandelend arts:
- stelt isolatie in;
- informeert cliënt en/of familie over de isolatiemaatregelen;
- coördineert de medische gang van zaken rondom opname en behandeling;
- beslist wanneer isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden;
- is verantwoordelijk voor informatie overdracht van een cliënt naar een andere instelling;
- is verantwoordelijk voor melding aan GGD van meldingsplichtige infectieziekten;
- zo nodig overleg met arts-microbioloog of hygiënist;
Leidinggevende:
- informeert de medewerkers over de isolatie.
- plaatst cliënt op een kamer die voldoet aan gestelde eisen.
- zorgt voor een adequate personele bezetting.
- zorgt voor voldoende beschermende middelen.
Medewerkers:
- volgen de isolatieprotocollen op.
Definities
BRMO: Bijzonder resistente micro-organismen. Dit zijn (ziekmakende) micro-organismen die ongevoelig zijn voor de eerste keus antibiotica of tegen een combinatie van antibiotica. Zonder aanvullende maatregelen kunnen deze BRMOs tot verspreiding leiden.
Cohort-verpleging: Cliënten die besmet zijn met hetzelfde micro-organisme, worden bij elkaar (op dezelfde zaal of afdeling) verpleegd. Bij voorkeur door een vast groepje verpleegkundigen/verzorgenden, die niet met andere cliënten in aanraking komen.
CPE: Carbapenemase producerende Enterobacteriaceae. Bacteriën uit de groep van Enterobacteriën, die het eiwit carbapenemases aanmaken. Met dit eiwit kunnen de bacteriën carbapenems (antibiotica afbreken). De carbapenems worden beschouwd als de laatste klasse van antibiotica waarvoor bacteriën vaak nog gevoelig zijn.
ESBL: Extended Spectrum Beta Lactamase (een eiwit). Bacteriën die het ESBL-eiwit bij zich dragen, worden ESBL-bacteriën genoemd. Deze bacteriën zijn ongevoelig (= resistent) voor een aantal antibiotica.
Lichaamsvloeistoffen: Bloed, feces, urine, wondvocht, pus, sputum, braaksel etc.
Literatuur
Richtlijnen Werkgroep Infectie Preventie:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen (februari 2017)
- Tabel overzicht en indicaties gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (VWK2017)
- Tabel overzicht persoonlijke beschermingsmiddelen bij specifiek micro orgasmen (VWK 2017)
- Infecties in het verpleeghuis en het woonzorgcentrum (anders dan MRSA en scabiës), [maart 2004]
- Indicaties voor isolatie, Ziekenhuizen, [november 2006]
- Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO), Verpleeghuizen, woonzorgcentra en voorzieningen voor kleinschalig wonen voor ouderen, [september 2014]
Richtlijn Landelijke Coördinatie Infectieziektenbestrijding (LCI):
- Bijzonder resistente micro-organismen (BRMO) - in het bijzonder carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae (CPE), [januari 2014]
Centrum voor Infectieziektenbestrijding:
- Scabiës, LCI, [juni 201]
Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid:
- Hygiënerichtlijnen voor verpleeghuizen en woonzorgcentra en kleinschalig wonen [september 2017]