Maatregelen bij hoofdluis

Maatregelen bij hoofdluis

Doelgroep

  • Verpleegkundigen / verzorgenden
  • Huishoudelijk assistenten
  • Paramedisch personeel
  • Specialisten ouderengeneeskunde

Locatie

  • Verpleeghuis
  • Verzorgingshuizen
  • Woonzorgcentra
  • Kleinschalige woonvormen
  • Thuiszorg

Benodigde Materialen

  • Alcohol 70%
  • Hoofdluisbestrijdingsmiddel; Dimeticon (aanvragen via behandelend arts)
  • Plastic (vuilnis)zakken

Zie protocol Benodigde Materialen

Doel

Het nemen van maatregelen om personen met hoofdluis te behandelen en verspreiding van hoofdluis te voorkomen.

Waarom

De maatregelen in dit protocol moeten hoofdluis bij cliënt(en) bestrijden. Door de maatregelen op te volgen kan verspreiding voorkomen worden.

Wanneer

Vanaf het moment van vaststellen van hoofdluis.

Werkwijze

In dit protocol worden specifieke hygiënemaatregelen genoemd bij hoofdluis. Deze specifieke maatregelen zijn een aanvulling op de standaard maatregelen die altijd genomen moeten worden.

Behandeling van cliënten met bewezen hoofdluis

1e behandeling

  • Behandel met het hoofdluisbestrijdingsmiddel. Volg de instructies in de bijsluiter.
  • Verschoon het beddengoed.
  • Was beddengoed op 60°C.
  • Bied wasgoed voor een externe wasserij aan in een dichtgebonde plastic zak. Vermeld 'hoofdluis' en hoe lang de was in een gesloten zak bewaard is.

Dagelijks kammen

  • Kam dagelijks de natte haren uit met een luizenkam. Het uitkammen van het haar is gericht op verwijderen van nog aanwezige luizen en neten.
  • Maak na iedere kambeurt de kam goed schoon. Verwijder alle haren, stof etc. uit de kam. Maak de kam nat met alcohol 70% en laat aan de lucht drogen.
  • Blijf het dagelijks kammen herhalen tot 14 dagen na start van de behandeling.

2e behandeling

  • Herhaal de behandeling met hoofdluisbestrijdingsmiddel en het verschonen van beddengoed na een week nogmaals.
  • De totale behandeling duurt 14 dagen, tenzij opnieuw hoofdluis wordt geconstateerd.
  • Indien een cliënt met hoofdluis overgeplaatst wordt naar een andere afdeling of een andere instelling, dan moet vooraf duidelijk gemeld worden dat de cliënt behandeld wordt voor hoofdluis. De overnemende afdeling/instelling kan dan de nodige maatregelen nemen.

Maatregelen voor de omgeving

  • De hoofdluis wordt hoofdzakelijk overgebracht door direct haar-haarcontact. De rol van overdracht via kammen, mutsen, jassen, petten, sjaals, koptelefoons, knuffels en beddengoed is nooit wetenschappelijk aangetoond.
  • Omgevingsmaatregelen zoals het wassen van kleding, knuffels etc. zijn niet meer nodig.

Overplaatsing cliënt met hoofdluis

  • Indien een cliënt met hoofdluis overgeplaatst worden naar een andere afdeling of een andere instelling, dan moet vooraf duidelijk gemeld worden dat de cliënt behandeld wordt voor hoodfluis. De overnemende afdeling/instelling kan dan de nodige maatregelen nemen / de behandeling voortzetten.

Controle van medecliënten / medewerkers

  • NB. de specialist ouderengeneeskunde bepaalt in overleg met de GGD of medecliënten en medewerkers gecontroleerd moeten worden, de duur en de frequentie van het kammen van medecliënten en medewerkers.
  • Controleer de medecliënten van de unit / afdeling minimaal 1x per week op hoofdluis.
  • Afhankelijk van het aantal personen met hoofdluis op de afdeling, kan geadviseerd worden om de frequentie te verhogen.

Maatregelen in de kapsalon

  • NB: een bezoek aan de kapper wordt zoveel mogelijk uitgesteld totdat de cliënt geen luizen meer heeft.
  • Plan de cliënt als laatste, indien de cliënt naar de kapsalon moet en nog behandeld wordt voor hoofdluis.
  • De afdeling controleert de cliënt op hoofdluis, voordat de cliënt de kapsalon bezoekt.
  • Verzamel de gebruikte handdoeken en kapmantel en biedt het wasgoed in een dichtgebonden plastic zak aan de wasserij aan, onder vermelding “hoofdluis”.
  • Laat handdoeken en kapmantels wassen bij minimaal 60°C.
  • Reinig alle scharen en kammen na gebruik, verwijder alle haren en zichtbaar vuil.
  • Desinfecteer de materialen door onderdompeling in alcohol 70%. Laat aan de lucht drogen.

Medewerkers met hoofdluis

  • Een medewerker met hoofdluis moet zich behandelen met een hoofdluismiddel en dagelijks het haar laten controleren op hoofdluis.
  • De medewerker neemt contact op met de huisarts voor de behandeling van hoofdluis.

De medewerker kan blijven werken, mits:

  • de medewerker de behandeling van hoofdluis ondergaat,
  • de medewerker zich dagelijks laat controleren (bijv. op school van de kinderen of door een collega op het werk),
  • na de controletijd de hoofdluis weg is.
  • De medewerker neemt via zijn/haar leidinggevende contact op met de bedrijfsarts indien er nog vragen zijn of bij bijzonderheden.

Wasgoed / afval

Beddengoed tijdens behandeling

  • Verzamel wasgoed in een plastic zak.
  • Vermeld duidelijk op de plastic zak “hoofdluis”.
  • Sluit de zak en voer de zak daarna op de normale wijze af.
  • Neem waszakken of afvalzakken niet mee naar andere cliëntenkamers.

Overig wasgoed

  • Sluit de zak en voer de zak daarna op de normale wijze af.
  • Neem waszakken of afvalzakken niet mee naar andere cliëntenkamers.
  • Voer afval op de normale wijze af.

Serviesgoed

  • Voor serviesgoed gelden geen extra maatregelen.
  • Er is geen reden om disposable serviesgoed te gebruiken.

Reiniging van de kamer

  • Maak de kamer schoon volgens de standaard afspraken.

Deelname aan sociale activiteiten

  • De cliënt hoeft niet op de kamer te blijven.
  • De cliënt mag zonder beperkingen deelnemen aan sociale activiteiten.

Bezoek

  • Voor bezoekers gelden geen extra maatregelen.
  • Onder bezoekers vallen ook huisarts, therapeuten, pastoraal medewerker.

Algemeen informatie

  • Hoofdluis komt vooral voor bij jonge kinderen (tussen drie en twaalf jaar) en vormt op basisscholen een groot probleem. Hoofdluis kan ook bij ouderen voorkomen, overgebracht door (klein-)kinderen. De hoofdluis voedt zich meerdere malen per dag met bloed. Tijdens het zuigen van minimale hoeveelheden bloed veroorzaakt het speeksel van de luis jeuk bij de gastheer. Meestal ontstaan pas klachten bij aanwezigheid van meerdere luizen. Vaak verloopt de besmetting symptoomloos. Jeuk is de belangrijkste klacht bij hoofdluis.

Hoe ziet de hoofdluis eruit / op welke plekken vind men hoofdluis

  • Een volwassen vrouwtje is circa 3 mm lang, een mannetjesluis is iets kleiner. De kleur van de luis varieert van egaal zandkleurig tot bijna zwart, afhankelijk van de kleur van het haar van de gastheer.
  • De vrouwelijke hoofdluis plakt eieren (zogenaamde neten) met een niet in water oplosbare kitstof vlakbij de haarinplant (3-4 mm boven de hoofdhuid) aan de haren. De neten zijn tonvormig en circa 0,8 mm lang.
  • Luizen hebben een voorkeur voor warme, vochtige en donkere plekken op de hoofdhuid (onder de pony, achter de oren en in de nek).

Besmettingsweg

  • De hoofdluis wordt overgebracht door direct lichamelijk contact of indirect via gezamenlijk gebruik van kammen, mutsen, petten, sjaals, knuffels en beddengoed. Besmetting is ook mogelijk doordat de luizen overlopen naar naast elkaar hangende mutsen, dassen en jaskragen in garderobes.
  • Besmettelijkheid
  • Hoofdluizen overleven slechts kort (één tot twee dagen) buiten de mens. De overleving is afhankelijk van omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Bij kamertemperatuur (20 C) en zonder bloed kan een volwassen luis maximaal 48 uur overleven.
  • Behandeling van personen met luizen

Het bestrijden van luizen kan op twee manieren plaatsvinden;

  1. gedurende 14 dagen dagelijks kammen met een netenkam, of
  2. behandelen met een antiluismiddel en gedurende 14 dagen dagelijks kammen met een luizenkam (kam heeft iets bredere tanden dan de netenkam).

Hoofdluisbestrijdingsmiddelen mogen nooit als profylaxe worden gebruikt. Deze kunnen bijwerkingen veroorzaken, terwijl een hoofdluis voor de gastheer niet schadelijk is (alleen hinderlijk).

Verantwoordelijkheden

Behandelend arts (specialist ouderengeneeskunde, huisarts):

  • stelt diagnose hoofdluis, zo nodig in overleg met dermatoloog;
  • schrijft behandeling voor;
  • start maatregelen bij hoofdluis;
  • informeert de cliënt over de maatregelen;
  • beslist in overleg met de GGD wanneer de maatregelen opgeheven kunnen worden;
  • is verantwoordelijk voor informatieoverdracht bij overplaatsing van de cliënt.

Leidinggevende:

  • informeert de medewerkers over de isolatie;
  • informeert wasserij en linnenkamer over hoofdluis;
  • zorgt voor adequate personele bezetting
  • zorgt voor voldoende middelen.

Verzorgenden / verpleegkundigen / huishoudelijk assistenten:

  • volgen de instructies in dit protocol.

Definities

Hoofluis: pediculosis humanus capitis

Literatuur

Richtlijnen Werkgroep Infectie Preventie:

Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb), RIVM:

Aanmelden