Ik heb een...

  • /
  • Protocollen /
  • MRSA Achtergrondinformatie bij behandeling van MRSA-dragerschap bij cliënt of medewerker

MRSA Achtergrondinformatie bij behandeling van MRSA-dragerschap bij cliënt of medewerker

MRSA Achtergrondinformatie bij behandeling van MRSA-dragerschap bij cliënt of medewerker
Voorbereiding
  • Doelgroep

    • Verpleegkundigen / verzorgenden
    • Specialisten ouderengeneeskunde
    • MRSA dragers
    • Alle medewerkers die zorghandelingen uitvoeren
  • Locatie

    • Verpleeghuis
    • Verzorgingshuizen
    • Woonzorgcentra
    • Kleinschalige woonvormen
    • Gehandicaptenzorg
    • Thuiszorg
  • Benodigde materialen

    • Handendesinfectans
    • Standaard middelen voor behandeling MRSA drager: Chloorhexidine 4%, vloeibare scrub, Mupirocine neuszalf
    • Aanvullende middelen zoals antibiotica op voorschrift van de arts

    Voor eisen materialen zie protocol Benodigde Materialen

Toepassing
  • Doel

    Door een gerichte eradicatie-behandeling de MRSA-bacterie uitroeien bij een MRSA-drager.

  • Waarom

    Het uitroeien van de MRSA-bacterie voorkomt verdere verspreiding. Wanneer een behandeling succesvol verloopt en de is uitgeroeid, kunnen de maatregelen uit het MRSA-isolatieprotocol worden gestopt.

  • Wanneer

    Deze achtergrondinformatie is gericht op MRSA-dragerschap bij een cliënt of bij een medewerker. De behandeling van een MRSA-drager heeft alleen zin indien de persoon:

    • geen wonden of ulcera heeft;
    • geen actieve eczeem of psoriasis heeft;
    • geen antibiotica gebruikt;
    • geen drains, infuus of een blaaskatheter heeft.
    • De behandeling van de MRSA-drager wordt voorgeschreven door de behandelend arts, in samenspraak met een arts-microbioloog.
Werkwijze
  • Algemeen

    In deze achtergrondinformatie is beschreven hoe de behandeling van een MRSA-drager er globaal uit ziet. Per MRSA-drager kan de behandeling verschillend zijn. De behandeling wordt afgestemd op de specifieke situatie van de betreffende cliënt of medewerker. De behandelend arts bepaalt in overleg met een arts-microbioloog het behandelbeleid.

    In het algemeen geldt dat een behandeling van een MRSA-drager het meeste kans op slagen biedt wanneer de persoon:

    • geen wonden of ulcera heeft;
    • geen actieve psoriasis en/of eczeem heeft;
    • geen antibiotica gebruikt.

    De behandeling bestaat standaard uit een periode van 5 dagen waarin;

    • dagelijks haren en huid gewassen moeten worden met een desinfecterende zeep (Hibiscrub) en
    • meerdere keren per dag een speciale zalf (Bactroban) in de neus moet worden aangebracht.
    • Naast deze standaard behandeling kan een aanvullende antibioticumkuur voorgeschreven worden.

    In de behandelperiode gelden een aantal leefregels, zoals het dagelijks verschonen van kleding en beddengoed. Tevens moet de leefomgeving gereinigd worden. In verpleeg- en verzorgingshuizen worden de cliëntenkamer en badkamer na reiniging gedesinfecteerd. Na de behandeling worden controlekweken afgenomen en afhankelijk van de uitslagen wordt afgesproken of maatregelen versoepeld of opgeheven kunnen worden.

  • U bent medewerker

    Werkzaamheden

    • Medewerkers die MRSA-drager zijn, mogen geen intensieve zorghandelingen verrichten bij cliënten. Onder intensieve zorghandelingen vallen alle handelingen waarbij een cliënt zich (deels) moet ontkleden. Een MRSA-drager mag wel andere werkzaamheden verrichten.
    • NB. In bepaald situaties, bijv. bij een medewerker met huidafwijkingen (eczeem, psoriasis) of in een uitbraaksituatie, kan een volledig werkverbod ingesteld worden door de bedrijfsarts.

    Controlekweken voor behandeling

    • Voor het starten van de behandeling worden opnieuw een neus-, keel- en perineumkweek afgenomen. Indien in deze kweken geen aangetoond wordt, dan mag de medewerker alle werkzaamheden hervatten. De behandeling en de controlekweken worden gevolgd zoals beschreven.
    • Indien in deze kweken opnieuw aangetoond wordt, dan mag de medewerker geen intensieve zorghandelingen verrichten.
    • NB. Uitzondering hierop zijn medewerkers die MRSA-drager zijn en huidafwijkingen hebben (eczeem, psoriasis). Bij deze medewerkers is een hoog risico op verspreiding van . Zij moeten de controlekweken na behandeling afwachten.

    Controlekweken na behandeling

    • Door middel van controlekweken wordt gecontroleerd of de MRSA-bacterie is uitgeroeid. Controlekweken van neus, keel en worden afgenomen op de 3e dag, 8e dag en 13e dag na het stoppen van de behandeling.

    Hervatten alle werkzaamheden

    • Nadat in drie opeenvolgende screeningen geen aangetoond is, mag de medewerker alle werkzaamheden hervatten.

    Behandeling faalt

    • Indien in een van de controlekweken opnieuw wordt aangetoond, dan mag de medewerker geen intensieve zorghandelingen verrichten.
    • De bedrijfsarts, arts-microbioloog en hygiënist bespreken de mogelijkheden voor een nieuwe behandeling.

    Nacontrole

    • Gedurende een jaar worden controlekweken ingeleverd:
    • In de 3e maand na behandeling en 1 jaar na behandeling worden opnieuw controlekweken van neus, keel en afgenomen.
    • Extra controlekweken kunnen nodig zijn bij medewerkers met huidafwijkingen en medewerkers die na een falende behandeling een tweede behandeling hebben ondergaan.
    • Indien gedurende 1 jaar na de behandeling geen aangetoond is, dan kan de MRSA-drager als definitief negatief worden beschouwd.
  • U bent cliënt

    Verblijf op 1-persoonskamer met eigen sanitair

    • Cliënten die MRSA-drager zijn, worden volgens het MRSA-isolatieprotocol verzorgd op een 1-persoonskamer met eigen sanitair.
    • De behandelend arts beoordeelt het risico op verspreiding van bij sociale activiteiten. In veel gevallen mag een MRSA-drager gewoon de kamer verlaten, om deel te nemen aan sociale activiteiten. In bepaalde situaties, bijv. bij cliënten met huidproblemen, een voedingssonde, wonden of infecties, geldt dat de cliënt op de kamer moet blijven. Er is dan een grotere kans dat de MRSA-bacterie verspreid wordt naar andere cliënten.

    Controlekweken na behandeling

    • Door middel van controlekweken wordt gecontroleerd of de MRSA-bacterie is uitgeroeid. De controlekweken van neus, keel en (en eventueel aanvullende kweken volgens afspraak) worden afgenomen op de 3e dag, 10e dag en 17e dag na het stoppen van de behandeling.

    Opheffen extra hygiënemaatregelen

    • Nadat in drie opeenvolgende screeningen geen aangetoond is, worden de extra hygiënemaatregelen van het MRSA-protocol gestopt.

    Behandeling faalt

    • Indien in een van de controlekweken opnieuw wordt aangetoond, dan blijven de hygiënemaatregelen gelden. De behandelend arts, arts-microbioloog en hygiënist bespreken de mogelijkheden voor een nieuwe behandeling.

    Nacontrole

    • Gedurende een jaar worden controlekweken ingeleverd:
    • In de 3e maand na behandeling en 1 jaar na behandeling worden opnieuw controlekweken van neus, keel en afgenomen.
    • Extra controlekweken kunnen nodig zijn bij cliënten met huidafwijkingen en bij cliënten die na een falende behandeling een tweede behandeling hebben ondergaan.
    • Wanneer veranderingen in de toestand van een cliënt optreden, bijvoorbeeld toediening van antibiotia of achteruitgang in de conditie, dan is er een kans dat de met weer aantoonbaar wordt. Daarom is het verstandig in die situatie weer kweken af te nemen en eventueel de cliënt in afwachting van de kweekuitslagen op een 1-persoonskamer te verplegen.
    • Indien gedurende 1 jaar na de behandeling geen aangetoond is, dan kan de MRSA-drager als definitief negatief worden beschouwd.
Verantwoordelijkheden
  • Behandelend arts (specialist ouderengeneeskunde, huisarts, bedrijfsarts)

    • bepaalt in overleg met een arts-microbioloog of een eradicatie-behandeling van MRSA-dragerschap gestart kan worden.
    • schrijft benodigde medicatie voor.
    • beantwoord medische vragen.
    • bepaalt in overleg met hygiënist of arts-microbioloog het screeningsschema.
  • Deskundige infectiepreventie/ arts-microbioloog

    • opstellen screeningsschema na behandeling.
Appendix
  • Definities

    • NEN

      Een standaard waarin alle Nederlandse Normen voor allerlei gebruiksvoorwerpen, maar ook voor processen worden vastgelegd. Voor bijna alles is wel een norm beschikbaar, van gebruiksvoorwerpen tot de bescherming van persoonsgegevens.

    • Desinfecteren

      Het verminderen of doden van micro-organismen op of in materialen, op oppervlakken en op handen

    • Eradicatie

      Uitroeien of doden van een bepaald micro-organisme

    • Perineum

      De huid tussen de anus en de geslachtsdelen (vagina of scrotum

    • Kolonisatie

      Een micro-organisme kan na besmetting uitgroeien bij de gastheer

    • MRSA

      Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Een Staphylococcus aureus bacterie die ongevoelig is voor een aantal antibiotica.

  • Literatuur

    Zie ook : MRSA beleid via de homepagina van ZIPnet.

    Richtlijnen Werkgroep Infectie Preventie:

    Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB):

    Euregio MRSA-net Twente/Münsterland:

Updategeschiedenis
Type Omschrijving Datum Details
Controle Controle bij publicatie 01 mei 2023