MRSA Isolatieprotocol

MRSA Isolatieprotocol

Doelgroep

  • Verpleegkundigen / verzorgenden
  • Huishoudelijk assistenten
  • Specialisten ouderengeneeskunde

Locatie

  • Verpleeghuis
  • Verzorgingshuizen
  • Woonzorgcentra
  • Kleinschalige woonvormen
  • Thuiszorg

Benodigde Materialen

  • Handendesinfectans (wanddispenser of pompje)
  • Vloeibare zeep en papieren handdoekjes
  • Handschoenen
  • Beschermende kleding; vochtwerend isolatieschort met lange mouw
  • Alcohol 70%
  • (chirurgisch) mondneusmasker Type IIR
  • Ctgb toegestaan desinfectiemiddel

Zie protocol Benodigde Materialen

Doel

Het voorkómen van verspreiding van de MRSA-bacterie.

Waarom

De maatregelen in dit protocol moeten zoveel mogelijk verhinderen dat de MRSA-bacterie via contact met handen, kleding of materialen verspreid worden.

Deze maatregelen beschermen zowel de cliënten als de medewerkers.

Wanneer

MRSA-isolatie moet worden toegepast bij cliënten die MRSA -drager zijn en bij cliënten die een hoog risico hebben op MRSA-dragerschap. De behandelend arts bepaalt of een cliënt in MRSA-isolatie opgenomen/verzorgd moet worden.

Het MRSA-isolatieprotocol is van toepassing bij intensief contact. Onder intensief contact wordt verstaan het directe contact bij verpleging, lichamelijke verzorging, behandeling of onderzoek. Hieronder vallen ook contact met urine, feces, sputum, wonden, infuus- en urinekatheter.

Het MRSA-isolatieprotocol is ook van toepassing bij de reiniging van de kamer.

Werkwijze

In dit protocol worden specifieke hygiënemaatregelen genoemd voor de isolatie van een MRSA-drager. Deze specifieke maatregelen zijn een aanvulling op de standaard maatregelen die altijd genomen moeten worden.

Algemeen

  • Bied de cliënt de MRSA informatiefolder aan.
  • Breng aan de binnenkant van de kamerdeur de MRSA isolatiekaart aan.
  • Beperk het aantal medewerkers dat de MRSA-cliënt verzorgt of behandelt.
  • Medewerkers met huidafwijkingen (eczeem, psoriasis) mogen niet betrokken worden bij de verzorging van de cliënt met MRSA.
  • Plan de verzorging van een cliënt met MRSA zoveel als mogelijk als laatste.
  • Pas de strikte basishygiënemaatregelen toe.
  • Overweeg het gebruik van verzorgend wassen doekjes.
  • Overweeg het gebruik van wegwerppo's of inzet van po-zak indien er geen po-spoeler aanwezig is.

Cliëntenkamer

  • De cliënt wordt verzorgd op een 1-persoonskamer.
  • De cliënt beschikt over een eigen badkamer en toilet. Indien geen eigen toilet beschikbaar is, gebruik dan een cliëntgebonden postoel.
  • Bij de ingang van de kamer is mogelijkheid voor opslag van de benodigde beschermende middelen (bijvoorbeeld in een kast of in een voorportaal).
  • Aan de cliëntenkamer worden geen extra bouwtechnische eisen gesteld.
  • Bij voorkeur staan er geen stoelen met stoffen bekleding. Indien er wel stoelen met stoffen bekleding staan, dan worden deze stoelen niet gebruikt door andere cliënten.
  • Leg op de cliëntenkamer een 24-48 uurs voorraad neer van benodigde materialen.
  • Breng aan de binnenkant van de kamer deur  de MRSA isolatiekaart  aan als signaal dat bij deze cliënt extra maatregelen nodig zijn.

In zorginstellingen geldt dat de matras:

  • ondoorlaatbaar moet zijn voor vocht;
  • met chloor afneembaar moet zijn;
  • geen scheurtjes of gaatjes mag vertonen;
  • indien de matras hier niet aan voldoet, dan moet de matras na de isolatie weggegooid worden.

Persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Draag bij de verzorging van de cliënt de volgende persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • Mondneusmasker type II(R)
  • Isolatiejas met lange mouwen
  • Handschoenen
  • Draag de persoonlijke beschermingsmiddelen bij de lichamelijke verzorging van de cliënt, bij het schoonmaken van badkamer/toilet en opmaken van het bed.
  • Draag de beschermende middelen cliëntgebonden.
  • Vervang de isolatiejas in ieder geval na 24 uur en direct bij zichtbare bevuiling of nadat de isolatiejas nat is geworden. Tip: vervang de jas na de ochtendzorg en spreek dit met het team af.
  • Hang de isolatiejas in de kamer op, met de buitenkant naar buiten.

Aankleedprocedure

Trek als volgt de beschermende middelen aan, vóórdat je begint met de lichamelijke verzorging van de cliënt: zie ook MRSA isolatiekaart

  1. Mondneusmasker voordoen
  2. Isolatiejas aantrekken
  3. Handschoenen aantrekken

Dit protocol is ook van toepassing op cliënten in de thuiszorg met (verdenking op) MRSA.
Thuiszorg: In verband met privacy van de cliënt: trek de beschermende kleding binnen (in de hal) aan.

Tijdens verzorging van de cliënt op de cliëntenkamer

  • Houd tijdens de intensieve zorg de kamerdeur gesloten.

Wasgoed / afval

  • Verzamel wasgoed in een waszak en afval in een vuilniszak.
  • Sluit de zak en voer de zak daarna op de normale wijze af.
  • Neem waszakken of afvalzakken niet mee naar andere cliëntenkamers.
  • Er is geen reden om gekleurde of gelabelde waszakken te gebruiken.
  • Kleding die door de familie gewassen wordt, wordt verzameld in een plastic zak en afgesloten meegenomen naar huis. Voor de familie gelden geen extra maatregelen.

Serviesgoed

  • Voor serviesgoed gelden geen extra maatregelen.
  • Er is geen reden om disposable serviesgoed te gebruiken.

Medische / verpleegkundige materialen

  • Bijv. stethoscoop, bloeddrukmeter, oorthermometer, waskommen, po, urinaal.
  • Maak de materialen huishoudelijk schoon en desinfecteer de materialen die in direct contact zijn geweest met de cliënt.
  • Desinfecteer de stethoscoop en oorthermometer met alcohol 70%. Bevochtig de verpleegmaterialen met alcohol en laat het aan de lucht drogen.
  • Desinfecteer waskommen, po en urinaal in een pospoeler, zie het protocol Reinigen en desinfecteren van verpleegmaterialen.
  • Indien geen pospoeler aanwezig: reinig en desinfecteer waskommen, po en urinaal handmatig, zie het protocol Omgaan met po en urinaal.

Omkleedprocedure voor het verlaten van de kamer

Zie ook MRSA isolatiekaart 

Trek als volgt de beschermende middelen uit, vóór het verlaten van de kamer.

  1. Handschoenen uittrekken en de afvalemmer gooien.
  2. Gooi de isolatiejas weg in afvalemmer indien het schort zichtbaar vuil of nat is.
    • Anders: hang de isolatiejas op, met de buitenkant naar buiten geslagen.
  3. Mondneusmasker afdoen en de afvalemmer gooien.
  4. Desinfecteer de handen met handendesinfectans.

Deelname aan sociale activiteiten door cliënt

  • Deelname aan sociale activiteiten door de cliënt is afhankelijk van de aanwezigheid van de volgende risicofactoren:
    • een drain of katheter;
    • huidlaesies (wonden, eczeem, psoriasis);
    • infectiebronnen (abcessen, furunkels, of chronische luchtweginfecties/COPD).
  • Bij aanwezigheid van een of meerdere risicofactoren is er een grotere kans op verspreiding van MRSA.
  • Cliënten zonder bovengenoemde risicofactoren kunnen deelnemen aan sociale activiteiten.
  • Voor cliënten met bovengenoemde risicofactoren overlegt de specialist ouderengeneeskunde met de deskundige infectiepreventie  en/of arts-microbioloog over deelname aan sociale activiteiten.

Inzet zwangeren

Paramedici

  • Paramedici moeten dezelfde maatregelen nemen als verzorgenden (zie hierboven) in de volgende situaties;
    • bij intensief contact met de cliënt tijdens lichamelijke verzorging/onderzoek. Criterium: indien een cliënt zich (deels) moet ontkleden dan geldt dit als intensief contact.
    • bij aanwezig zijn in de cliëntenkamer tijdens verzorging/onderzoek.
  • Paramedici hoeven in de overige situaties geen aanvullende maatregelen te nemen.
  • Desinfecteer bij het verlaten van cliëntenkamer handen desinfecteren.

Bezoek

  • Bied bezoekers de MRSA informatiefolder aan.
  • Bezoekers worden vooraf ingelicht en geïnstrueerd door de verantwoordelijk verzorgende.
  • Bezoekers die op de cliëntenkamer zijn geweest, moeten de handen desinfecteren voordat zij weggaan.
  • Bezoekers die actief deelnemen aan de lichamelijke verzorging van de cliënt nemen dezelfde voorzorgsmaatregelen als het verzorgend/verplegend personeel.
  • Onder bezoekers vallen ook de pastoraal medewerker en de huisarts, indien zij geen lichamelijke verzorging/onderzoek verrichten bij de cliënt.

Relatie met andere protocollen

Opmerkingen

Indien de voorgeschreven isolatiemaatregelen niet uitgevoerd kunnen worden, dan overlegt de behandelend arts met een deskundige infectiepreventie en/of arts-microbioloog om hiervoor een oplossing te zoeken.

Afwijken van de voorgeschreven isolatiemaatregelen kan alleen in overleg met de deskundige infectiepreventie en/of arts-microbioloog.

Het afwijken van het protocol wordt als volgt gecommuniceerd:

  • De verantwoordelijk verzorgende legt de afwijkende maatregelen vast in het zorgdossier van de cliënt;
  • De verantwoordelijk verzorgende stelt in overleg met de leidinggevende de betrokken medewerkers op de hoogte;
  • de behandelend arts stelt de cliënt op de hoogte van de afwijkende maatregelen en de reden hiervoor.

Verantwoordelijkheden

Voorbeeld Verantwoordelijkheden bij Zelfsturende teams

Behandelend arts (specialist ouderengeneeskunde, huisarts):

  • stelt isolatie in;
  • informeert de cliënt over de maatregelen;
  • beslist wanneer isolatiemaatregelen opgeheven kunnen worden;
  • coördineert de medische gang van zaken rondom opname en behandeling;
  • is verantwoordelijk voor informatieoverdracht bij overplaatsing van de cliënt;
  • maakt afspraken met arts-microbioloog over vervolgkweken bij de cliënt.

Leidinggevende:

  • informeert de medewerkers over de isolatie;
  • zorgt voor adequate personele bezetting;
  • zorgt voor voldoende beschermende middelen.

Verzorgenden / verpleegkundigen / huishoudelijk assistenten:

  • volgen de instructies in dit protocol.

Werkgever:

  • biedt benodigde materialen aan die aan de gestelde normen voldoen.

Definities

Cliëntgebonden: Materialen moeten altijd bij één en dezelfde cliënt worden gebruikt.
Intensieve (zorg-)contacten: het directe contact met de cliënt tijdens verpleging, verzorging, hulp bij toiletgang, behandeling of onderzoek van de cliënt. Hierbij is sprake van lichamelijk contact met de cliënt en/of met lichaamsvochten, excreta of niet-intacte huid. Bij intensief contact is er een groot risico op verspreiding van MRSA.
MRSA: Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus. Een Staphylococcus aureus bacterie die ongevoelig is voor een aantal antibiotica. Gewoonlijk veroorzaakt de MRSA geen probleem. Maar onder speciale omstandigheden kan infectie ontstaan: bij een wond of bij verminderde weerstand. Er zijn nog antibiotica waarmee de arts kan behandelen, maar ze zijn beperkt en er moet daarom met zorg mee worden omgegaan.
Sociale contacten: alle niet-intensief contact, zoals bezoek. Er is geen intensief lichamelijk contact met de cliënt. Onder sociale contacten vallen ook het geven van een hand, een arm om een cliënt slaan. Bij de sociale contacten is het verspreidingsrisico van MRSA gering.

Literatuur

Richtlijnen Werkgroep Infectie Preventie:

Euregio MRSA-net Twente/Münsterland:

Aanmelden